controle-jaarrekeningen

Blog: TUCHTRECHTSPRAAK

In 2022 zijn er twee belangwekkende uitspraken gewezen door de Accountantskamer in Zwolle inzake internationale jaarrekeningcontroles van een groep. De uitspraken behelzen een aantal belangrijke lessen die getrokken kunnen worden voor de NV COS 600 praktijk. 

De twee uitspraken zijn:

  1. De casus van de Indonesische component; en
  2. De casus van de Israëlische component.

Onderstaand behandelen wij de casus van het Indonesische component. 

Casus (https://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI_NL_TACAKN_2023_2

De eerste uitspraak betreft een uitspraak van 23 januari 2023 van de Accountantskamer inzake een Nederlandse groepsaccountant die onvoldoende informatie heeft in zijn controledossier over de Indonesische dochter van de controlecliënt, omdat de accountant van het groepsonderdeel hem geen toegang geeft tot het controledossier van de Indonesische dochter.

De casus betreft een familiebedrijf die zich bezig houdt met de productie van deuren. Het bedrijf verplaatst de productie geleidelijk aan naar Tsjechië en Indonesië. Twee broers uit de familie zijn indirect medeaandeelhouder van een B.V., die 70 procent van de aandelen bezit in de Indonesische dochteronderneming. De aandelen in deze Indonesische dochteronderneming worden in september 2019 verkocht aan de nieuwe eigenaar. 

Een registeraccountant is verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekening van de Nederlandse vennootschappen. Dit betreft een groepscontrole waarin de controle van de Indonesische dochtervennootschappen wordt betrokken. De Nederlandse groepsaccountant steunt hierbij op de werkzaamheden van de Indonesische accountant van het groepsonderdeel aldaar. 

Voor de jaarrekeningcontrole brengt de groepsaccountant een bezoek aan het kantoor van de accountant van het groepsonderdeel in Indonesië. Medio 2020 geeft de Indonesische accountant een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2019 van de Indonesische dochter. Kort voordat de Nederlandse groepsaccountant een verklaring wil verstrekken bij de jaarrekening 2019 van de Nederlandse vennootschap komen er signalen dat er misstanden zijn begaan in de financiële administratie van de Indonesische dochtermaatschappij. Als gevolg hiervan heeft de Indonesische accountant de mogelijkheden onjuistheden in de financiële administratie onderzocht en heeft geconcludeerd dat naar aanleiding daarvan bepaalde balansposten neerwaarts moeten worden bijgesteld. Als gevolg van het vorengaan moeten de broers die hun aandelen hebben verkocht aan de nieuwe eigenaar van deze aandelen een vergoeding betalen. De broers die hun aandelen hebben verkocht dienen naar aanleiding hiervan een klacht in bij de Accountantskamer tegen de Nederlandse groepsaccountant. 

De Indonesische accountant verstrekt in september 2020 een goedkeurende accountantsverklaring af bij de herziene jaarrekening 2019 van de Indonesische dochter. Voor de controle van de Indonesische vennootschap steunde de Nederlandse groepsaccountant op de werkzaamheden van het accountantskantoor in Indonesië. Deze weigert hem echter toegang tot het controledossier over de Indonesische dochter. De vragen die door de Nederlandse groepsaccountant worden gesteld blijven grotendeels onbeantwoord. Als hij antwoord krijgt op zijn vragen, blijken deze antwoorden bijzonder kort en niet voorzien van verdere onderbouwing. Uit het controledossier van de Nederlandse groepsaccountant blijkt echter niet waarom hij genoegen neemt met deze antwoorden en waarom dit in zijn optiek voldoende en geschikte controle-informatie oplevert. 

Het argument dat hij geen toegang kreeg tot het dossier van de Indonesische dochtervennootschap is volgens de Accountantskamer geen adequaat argument om te rechtvaardigen waarom hij geen voldoende en geschikte controle-informatie in zijn dossier had. Het risico dat hij nadien geen toegang (meer) kreeg tot het controledossier dient derhalve voor rekening van de groepsaccountant te komen. 

Lessen

In de tekst van de uitspraak van de Accountantskamer zitten een aantal interessante lessen die getrokken kunnen worden ten aanzien van de aard en omvang van de controledocumentatie die de groepsaccountant in zijn dossier moet hebben ten aanzien van een component van de groep (i.e. een dochtervennootschap).

Ongedeelde eindverantwoordelijkheid

De wet- en regelgeving voor accountants gaat ervan uit dat de groepsaccountant ongedeeld eindverantwoordelijk is voor het uitvoeren van de controle van de groepsjaarrekening. Voor zover deze gebruik maakt van het werk van andere accountants, ontslaat hem dit niet van die eindverantwoordelijkheid. Op grond van de Standaarden 230 en 600 moet de groepsaccountant de werkzaamheden tijdig en voldoende duidelijk vastleggen in het groepscontroledossier.

Er kan derhalve niet worden volstaan met het slechts verwijzen naar het controledossier van de accountant van een groepsonderdeel. 

Zelfstandige documentatieplicht

Voor wat betreft de reviews van de werkzaamheden van component-accountants kan de groepsaccountant verwijzen naar vastleggingen in het controledossier van de desbetreffende component. Voorwaarde is wel dat de reviewverslagen voldoende inzichtelijk zijn en op zichzelf voldoen aan de eisen die Standaard 230 stelt aan controledocumentatie. Is dit niet het geval dan is aanvullende vastlegging in het groepscontroledossier vereist.

Op grond van de Standaarden 230 en 600 moet de accountant de eigen werkzaamheden respectievelijk die van het opdrachtteam op groepsniveau tijdig en voldoende duidelijk vastleggen in het controledossier. De controledocumentatie moet op grond van Standaard 230.8 zo worden opgesteld dat die voldoende is om een ervaren accountant, die niet eerder bij de controle betrokken was, in inzicht te geven in:

  • de aard, timing en omvang van de controlewerkzaamheden;
  • de uitkomsten van de controlewerkzaamheden, alsmede de verkregen controle-informatie; en
  • significante aangelegenheden die tijdens de controle aan de orde zijn gekomen, de daaruit getrokken conclusies en significante professionele oordeelsvormingen die tot die conclusies hebben geleid.

De controledocumentatie op groepsniveau moet op grond van NV COS 600.50 in ieder geval het volgende bevatten:

  1. een analyse van groepsonderdelen, waarbij is aangegeven welke van deze onderdelen significant zijn en welk soort werkzaamheden zijn uitgevoerd inzake de financiële informatie van de groepsonderdelen;
  2. hoe, hoe lang en hoe intensief het opdrachtteam op groepsniveau is betrokken bij de werkzaamheden die de accountants van groepsonderdelen op significante groepsonderdelen hebben uitgevoerd (inclusief de beoordeling van de relevante delen uit de controledocumentatie van de onderdeelaccountants en de conclusies daarover);
  3. schriftelijke communicatie van het opdrachtteam op groepsniveau met de accountants van groepsonderdelen over de geformuleerde vereisten (lees: audit instructions).

Bovenstaande elementen moeten dus zelfstandig blijken uit het dossier van de groepsaccountant. De Accountantskamer wijst erop dat de groepsaccountant volgens Standaard 230.8 en (vooral) Standaard 600.50 sub b een zelfstandige documentatieplicht heeft. 

Het is derhalve cruciaal dat de groepsaccountant in de samenwerking met de alle noodzakelijke informatie en documentatie verkrijgt opdat zijn controledossier voldoet aan de zelfstandige documentatieplicht. Een goede samenwerking tussen groepsaccountant en accountant van een groepsonderdeel is hierbij een must. Dit is in vele gevallen maatwerk waarbij actieve en intensieve betrokkenheid van de groepsaccountant met de diverse accountants van groepsonderdelen cruciaal is. De groepsaccountant dient derhalve in “the drivers seat” te zitten bij de groepscontrole.