What is the difference between IFRS EU, IFRS INT and IFRS UK?

TUCHTRECHTSPRAAK CASUS ISRAËL

In 2022 zijn er twee belangwekkende uitspraken gewezen door de Accountantskamer in Zwolle inzake internationale jaarrekeningcontroles van een groep. De uitspraken behelzen een aantal belangrijke lessen die getrokken kunnen worden voor de NV COS 600 praktijk. In onze vorige blog hebben wij reeds de casus besproken van de dochteronderneming in Indonesië. In deze blog behandelen wij de casus van de dochteronderneming in Israël. 

Casus (https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2022/ECLI_NL_TACAKN_2022_39

Een registeraccountant wordt aangesteld wordt de controle van boekjaar 2018 door een Israëlisch vastgoedconcern dat statutair is gevestigd in Nederland. De vennootschap die aan het hoofd van de groep staat heeft gedurende enkele jaren een notering aan de London Stock Exchange. 

De registeraccountant aanvaardt de opdracht tot controle van de jaarrekening 2018 nadat de notering aan de London Stock Exchange formeel is beëindigd. Als groepsaccountant steunt hij hierbij op de werkzaamheden van de accountant van het component in Israël. In dit kader stuurt hij de Israëlische accountant audit instructions en bezoekt hun kantoor in het kader van de groepscontrole. In april 2019 geeft hij een goedkeurende controleverklaring af bij de jaarrekening 2018 van het vastgoedconcern. De Autoriteit Financiële Markten dient een klacht in tegen de groepsaccountant.

De AFM heeft totaal van klachtonderdelen naar voren gebracht tijdens de zaak. In het kader van deze blog gaan wij slechts in op één van deze klachtonderdelen, namelijk het onderdeel wat specifiek ingaat op de aard en omvang van de zelfstandige documentatieplicht in het kader van groepscontroles. 

Deelneming in Rusland

Het vastgoedconcern heeft onder andere een 85% belang in een Limited die in Rusland actief is. Aangezien het concern stelt geen zeggenschap meer te hebben over deze Limited in het betrokken boekjaar, wordt zij niet meegenomen in de consolidatie maar leidt zij in de winst- en verliesrekening tot de post ‘Loss from discontinued operations’. 

Voor wat betreft deze ‘Loss from discontinued operations’ heeft de groepsaccountant de werkzaamheden van de accountant van het Israëlische component beoordeeld. Voorts heeft de groepsaccountant een memorandum en enkele bijbehorende documenten beoordeeld dat door de accountant van het Israëlische component in 2019 stuurde aan de auditcommissie van het vastgoedconcern was gestuurd. Volgens de Accountantskamer is hierover het volgende opgenomen in het controledossier: 

  • “het groepsteam uitvoerig heeft gesproken met de cliënt en met de component-accountant over de Russische activiteiten;
  • de controle over de Ltd tegen het einde van het jaar feitelijk is overgedragen aan het management;
  • hierdoor niet meer wordt geconsolideerd;
  • de facto sprake is van een ‘discontinued operation’;
  • het groepsteam voor een gedetailleerde beschrijving verwijst naar de mailcommunicatie met en het memo van de component-accountant;
  • het groepsteam zelf geen additionele teksten heeft geschreven, omdat er anders te veel sprake zou zijn van doublures.”

Teneinde te toetsen of de deconsolidatie terecht heeft plaatsgevonden, toetst de Accountantskamer of is voldaan aan de vereisten van IFRS 10.7. Volgens IFRS 10.7 is sprake van ‘control’ (en dus de plicht tot consolidatie) indien cumulatief aan de volgende drie voorwaarden is voldaan: 

  1. Een investeerder heeft macht over de deelneming; 
  2. De investeerder is blootgesteld aan of gerechtigd tot variabele opbrengsten uit hoofde van zijn betrokkenheid bij de deelneming; en
  3. De investeerder beschikt over de mogelijkheid zijn macht over de deelneming te gebruiken om de omvang van de opbrengsten van de investeerder te beïnvloeden.

Uit de onderliggende controledocumentatie kwamen volgens de Accountantskamer tegenstijdigheden naar voren over de vraag of er nu wel of niet sprake was van ‘control’ en de vennootschap dus verplicht was om over te gaan tot consolidatie. Deze tegenstrijdigheden gaven volgens de Accountantskamer op hun beurt aanleiding tot het zelfstandig verricht van werkzaamheden door de groepsaccountant op grond van NV COS 600.43 teneinde te verifiëren of er nu wel of niet sprake was van ‘control’ in de zin van IFRS 10.7. 

Hierover stelt de Accountantskamer het volgende: “Uit het controledossier blijkt niet dat de groepsaccountant uitvoerig met het kantoor in Israël en met de NV heeft gesproken over de Russische activiteiten. Ter onderbouwing van zijn evaluatie verwijst de groepsaccountant naar het memo van het kantoor in Israël en naar de informatie die de nodige vragen oproept. Die vastlegging voldoet daarom niet aan Standaard 230.8 en Standaard 600.50b.”

Derhalve rijst ook in deze zaak de vraag of een en ander toereikend is gedocumenteerd in het kader van de zelfstandige documentatieverplichting die op de groepsaccountant rust in deze.